Libanon: missie volbracht

Door Peter Buysrogge op 19 maart 2015, over deze onderwerpen: Defensie

In de januari-uitgave van dit magazine verscheen het artikel ‘Bommen opruimen of bommen gooien?’ (p. 12) van redactielid Gilbert Hubert, over het eindigen van BELUFIL, de militaire ontmijningsmissie in Libanon. Peter Buysrogge, federaal volksvertegenwoordiger voor N-VA en lid van de commissie Defensie, nuanceert graag enkele uitspraken van dhr. Hubert en benadrukt graag dat Defensie ook een humanitaire kant heeft.

Een lange weg

Op 10 december vorig jaar was het zover: de Belgische missie in Libanon, BELUFIL (Belgian-Luxembourg Forces in Lebanon) zat er officieel op. Samen met minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) en enkele leden van de commissie Defensie bracht ik een bezoek aan At Tiri, het kamp waar onze militairen zich bevonden. ‘We hebben een lange weg afgelegd,’ zei luitenant-kolonel Eric Carette, commandant van het Belgische contingent in Libanon, en gelijk heeft hij.

Acht jaar lang hebben zowat 5.000 Belgische militairen – in beurtrol uiteraard – in Libanon gezeten, en in die tijd hebben ze anderhalve vierkante kilometer ‘blue line’ (de VN-grens tussen Israël en Libanon) bomvrij gemaakt, goed voor 15.000 mijnen en explosieven, is er een veldhospitaal opgericht, patrouilleerde de Belgische fregat Leopold I langs de Libanese kust, zijn er verscheidene bruggen gebouwd en is er twee miljoen euro geïnvesteerd in de vernieuwing van een lokaal ziekenhuis in Tibnin. Een schitterende prestatie, jammer genoeg overschaduwd door de dood van vier van onze militairen.

De humanitaire missie in Libanon zit er dus op. Maar er zijn nog veel meer missies waar Defensie aan deelneemt. Van opleidingsopdrachten in Burundi of Congo tot strijd tegen drugshandel in de Caraïbische zee, onze militairen zitten over de hele wereld verspreid, zonder dat het grote publiek daar vaak al te grote belangstelling voor toont. Het is dan ook spijtig om te lezen dat de afronding van de missie in Libanon plaats zou vinden omdat de socialisten na jaren beleid naar de oppositiebanken zijn verwezen, want – en dhr. Hubert nuanceert het zelf al – niets is minder waar.

100% bestaat niet

Als minister Steven Vandeput zegt dat ‘99% van ons werk erop zit’, heeft hij gelijk. We hebben alle doelstellingen die we hadden vooropgezet behaald en dus is het tijd om de Belgische verwezenlijkingen door te geven aan de plaatselijke bevolking. Men kan daar inderdaad rouwig om zijn, maar wetende wat onze militairen daar hebben gepresteerd, moet men op tijd beseffen wanneer men een missie succesvol moet afronden. Laat ons niet vergeten dat naast België nog 36 andere landen meedoen aan de overkoepelende missie UNIFIL (United Nations Interim Forces in Lebanon), elk met een specifiek mandaat. Ons mandaat hield in alle erkende ‘blue points’ of markeerpunten op de grens tussen Israël en Libanon vast te leggen en de toegangen vrij te maken van explosieven. Duidelijke doelstellingen die we hebben volbracht.

Maar dan is er natuurlijk de kwestie over geld. Defensie moet besparen. Veel, misschien zelfs te veel, besparen. 263 miljoen euro structureel besparen op een budget van 2,5 miljard een huzarenstuk noemen is een understatement. Maar de realiteit is nu eenmaal wat ze is en dus moeten er keuzes gemaakt worden.

Vredestijd?

Een foute stelling is wel dat het geld dat we zouden besparen door deze missie stop te zetten, voornamelijk zal worden geherinvesteerd in ‘oorlogszuchtige missies en materieel’. Men moet namelijk beseffen dat Libanon niet de enige humanitaire missie is waar Defensie aan deelneemt. Zo geven we met operatie SERVAL medische steun in Mali, onderhouden we met operatie MONUSCO een vredesmissie in Kinshasa, geven we cursussen Peace Support in Burundi en ontdoen we met operatie ISAF grote stukken grond in Mazar-e-Sharif, Afghanistan, van explosieven en achtergelaten munitie. Deze operaties komen, in tegenstelling tot de huidige operatie in Irak, veel minder in beeld omdat ze van veel langere duur zijn en na een tijd – onterecht – hun nieuwswaarde verliezen.

Dus, meneer Hubert, als antwoord op uw finale vraag: Neen, het gooien van bommen heeft geen grotere meerwaarde dan het onschadelijk maken van bommen. De nieuwswaarde is echter een andere zaak, maar dat is een vraag die u moet stellen aan uw collega-journalisten.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is