De vervanging van de vloot van de marine

Door Peter Buysrogge op 31 mei 2016, over deze onderwerpen: Defensie

Op 31/05/2016 interpelleerde ik tijdens de commissie Defensie minister Steven Vandeput over de vervanging van de vloot van de Marine (nr. 11855).

 

"Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, deze vraag is kort, maar daarom niet minder belangrijk.

In het strategisch plan van Defensie lezen wij met betrekking tot een nieuwe vloot voor de marine dat de M-fregatten vervangen worden door nieuwe vaartuigen, wat gepaard gaat met een investering geraamd op 780 miljoen euro. De vaartuigen voor de actuele mijnenjacht en logistiek steunschip worden ook vervangen door nieuwe vaartuigen en daartoe zal er in een investeringsruimte worden voorzien van 690 miljoen euro.

Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken van de vervanging van zowel de M-fregatten als de mijnenjagers?

Wat is de stand van zaken aangaande de samenwerking met Nederland, die in dat verband toch ook om de hoek komt kijken?

Op welke manier wordt het Belgisch bedrijfsleven betrokken bij het ontwerp en de uitvoering — twee verschillende zaken — van de vervangingen?"

 

Antwoord Steven Vandeput

 

"Mevrouw de voorzitter, mijnheer Buysrogge, de concrete invulling van de vervanging van de Mfregatten en de mijnenjagers wordt door de defensiestaf voorbereid om, conform de beslissing van het kernkabinet van 22 december 2015, de marine met doeltreffend en toekomstgericht materiaal uit te rusten. Het gaat daarbij specifiek over twee multipurposefregatten en zes mijnenbeveiligingsschepen.

Inzake de samenwerking tussen Nederland en België zijn er op het niveau van de Nederlandse en Belgische defensiestaf informele gesprekken lopende in het kader van de structurele samenwerking BeNeSam. Ook op politiek vlak kan ik u vertellen dat ikzelf daarover met mijn collega Hennis-Plasschaert al gesproken heb. De welwillendheid is aanwezig om daarmee verder te gaan. Het komt echter aan beide regeringen toe om te beslissen omtrent de procedure en/of het partnership voor de vervanging van de vloot.

Het betrekken van de Belgische industrie bij dit project is een verantwoordelijkheid die in eerste instantie de FOD Economie toekomt. Het lijkt mij echter evident dat daaraan in dit domein, net als in alle andere investeringsprogramma’s, hard gewerkt wordt, ook door onze diensten. Daarover vinden er uiteraard regelmatig contacten plaats met de industrie. Wij bereiden momenteel een conceptnota voor omtrent de zogenaamde gouden driehoek of de triple helix, dus de samenwerking tussen de industrie, de overheid en het onderzoek."

 

Repliek Peter Buysrogge

 

"Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

Het is van belang dat wij blijven inzetten op de samenwerking met Nederland op het vlak van de marine in het algemeen en misschien zelfs nog wat ruimer. De Benelux-samenwerking mag voor ons zeker nog worden versterkt.

Ik wil ook nog een warm pleidooi houden voor ons eigen bedrijfsleven, waar heel wat capaciteit en kennis ter zake aanwezig zijn. Ook bij de marine en misschien zelfs meer nog door de aanwezige leden — al zijn er thans niet veel aanwezig — zal worden aangenomen dat in het bedrijfsleven heel wat kennis ter zake aanwezig is, zowel voor het ontwerpen als voor het uitvoeren van het vervangingsprogramma."

 

Het integrale commissieverslag kan u terugvinden op http://www.dekamer.be/doc/CCRI/pdf/54/ic430.pdf

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is