U bent hier
De NAVO-top in Warschau
Op 13/07/2016 interpelleerde ik tijdens de commissie Defensie minister Steven Vandeput over de NAVO-top in Warschau (nr. 12275).
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, in het recente verleden hebben wij geregeld gesproken over de NAVO-top. In het Parlement hebben wij op 30 juni een resolutie goedgekeurd waarin wij een aantal zaken hebben meegegeven waarmee rekening gehouden diende te worden. Vorige week hadden wij daarover ook een zeer interessante gedachtewisseling met drie leden van de regering. Het standpunt dat ingenomen zou worden werd daar verduidelijkt.
Ondertussen is de NAVO-top achter de rug. Die vond plaats op 8 en 9 juli. Na de vele gebeurtenissen die eraan voorafgingen, heb ik een opvolgingsvraag.
De pers, zowel nationaal als internationaal, heeft er uitgebreid over bericht, maar ik zou toch graag een overzicht krijgen van de besprekingen en de resultaten van de NAVO-vergadering, de houding van de federale regering en de terugkoppeling naar de resolutie.
Antwoord Steven Vandeput
Collega’s, op de NAVO-top in Warschau hebben 28 staatshoofden en regeringsleiders besloten om vanaf 2017 de militaire aanwezigheid van de NAVO in het oosten te versterken met de ontplooiing van vier bataljons in Polen, Estland, Letland en Litouwen.
In het kader van de verdeling van de lasten – de zogenaamde burden sharing – zal België bijdragen aan deze collectieve inspanning en zal het samenwerken met Nederland en Luxemburg onder Duitse lead in Litouwen. Duitsland is dus primary nation voor Litouwen. Wat betreft onze deelname hebben de drie landen van de Benelux in onderlinge afspraak de intentie aangegeven om daar met Duitsland samen te werken. Ik laat de defensiestaf met hun gesprekspartners in de betrokken landen de praktische opties coördineren, waarna ik in het kader van het operatieplan 2017 een voorstel zal kunnen doen aan de regering.
Nu ga ik mijn tweetaligheidspremie verdienen.
En ce qui concerne l'Afghanistan, les chefs d'État et de gouvernement ont décidé de poursuivre la mission Resolute Support au-delà de 2016. La Belgique est prête à envisager avec ses alliés un maintien de son contingent au-delà de 2016. Ceci fera partie d'une décision gouvernementale ultérieure.
De Verenigde Staten hebben trouwens aangegeven met veel meer volk te blijven dan eerder door Obama was aangekondigd. Men stelt vast dat het niet goed zou zijn om te vertrekken. In dat kader hebben wij, in de gedachte “samen uit, samen thuis”, aan de Duitsers gezegd dat wij de optie bekijken om met ons contingent aanwezig te blijven voor min of meer dezelfde taken.
Les chefs d'État et de gouvernement se sont également mis d'accord sur une série de décisions visant à projeter la stabilité au-delà des frontières de l'Alliance, notamment sur le lancement d'une nouvelle initiative de formation et de renforcement des capacités en Irak, sur le déploiement d'avions de surveillance AWACS à l'appui de la coalition internationale contre Daesh et sur une nouvelle opération de sûreté maritime en Méditerranée. Ces trois dernières décisions n'ont pas d'impact additionnel direct sur notre Défense parce que nous contribuons déjà à la coalition internationale, à la capacité AWACS de l'OTAN et à la sûreté maritime en Méditerranée.
Zoals u weet, werken wij al mee aan het onderrichten van Iraakse veiligheidstroepen. Wij hebben een aantal mensen in het AWACSsysteem. Er is ook gepland dat de Louise-Marie een bijdrage zal leveren aan de operatie-Sophia later dit jaar.
D'un point de vue militaire, la Belgique veille à ce que l'OTAN n'augmente pas les coûts en personnel et/ou en fonctionnement, tous deux à charge du budget de la Défense. De plus, la Belgique a toujours promu une coopération étroite entre l'OTAN et l'Union européenne.
Er gaan stemmen op om het budget van de NAVO zelf te doen verhogen, daarover is echter geen overeenstemming gevonden. Wij waren daar ook geen voorstander van. Het is moeilijk, enerzijds, aan de partners te vragen meer zelf te investeren en, anderzijds, daartoe zelf niet bereid te zijn.
Lors du sommet, la Belgique n'a pris aucun engagement ferme concernant le déploiement futur de forces armées belges. Un tel arrangement fait toujours l'objet d'une décision gouvernementale.
Wij hebben wel intenties uitgedrukt, maar geen specifieke beloftes gedaan.
Om specifiek een antwoord te geven op de vraag over de terugkoppeling naar de resolutie die in de Kamer werd goedgekeurd, kan ik bevestigen dat alle Belgische interventies, standpunten en al dan niet publieke intentieverklaringen zich volledig bevinden binnen de contouren van deze resolutie. Op dat vlak mogen we de NAVOTop in Warschau als succesvol beschouwen.
Wat betreft de defence investment pledge, heeft de eerste minister, in navolging van de hierboven vermelde resolutie, de strategische visie voor Defensie toegelicht aan de NAVO-secretaris-generaal, staatshoofden en regeringsleiders. Daarnaast heb ik de kans gehad om mijn collega's wat meer uitleg te verschaffen met betrekking tot de strategische keuzes die wij willen maken. Voor de NAVO zelf blijft de defence investment pledge van de top van Wales onveranderd, er is een duidelijk verschil tussen beter investeren en meer investeren. Er is duidelijk een focus…
Uiteraard meer, dat blijven ze zeggen. Maar er is wel veel aandacht geschonken aan het aspect investering in opbouw van nieuwe capaciteit en dergelijke. Op dat vlak zit de strategische visie volgens mij dus goed in elkaar.
Wat betreft de cyber defence pledge is de verklaring van de NAVOtop volledig in overeenstemming met uw resolutie. Dat wil zeggen dat elke bondgenoot in eerste instantie dient in te staan voor de eigen weerbaarheid, wat resilience genoemd wordt. Op federaal vlak betreft het natuurlijk een interdepartementale materie waaraan ook Defensie een bijdrage levert en zal leveren. Voor een alomvattend antwoord daarover verwijs ik evenwel naar de eerste minister die in dezen bevoegd is. U weet dat het Centrum voor Cybersecurity onder de eerste minister ressorteert.
Wat betreft de NAVO/Rusland-Raad en de gezamenlijke verklaring van de NAVO en de EU die tijdens de NAVO-vergadering van de ministers van Buitenlandse Zaken in december 2016 geëvalueerd zal worden, moet ik u verwijzen naar collega Reynders. Ik wil wel opmerken dat met betrekking tot de samenwerking in de EU er voor de top een belangrijk akkoord is getekend met de Europese Unie vertegenwoordigd door Tusk en secretaris-generaal Stoltenberg.
Repliek Peter Buysrogge
Mijnheer de minister, ik heb geen ambitie om een tweetaligheidspremie te verdienen en zal dus Nederlands spreken als dat goed is voor u.
Ik ben tevreden dat de top van de NAVO geluisterd heeft naar onze resolutie. Ik heb ook heel veel elementen gehoord waarop we nog kunnen terugkomen. Wat u antwoordt is zo veelomvattend dat elk van die onderwerpen een specifieke vraag verdient. Maar goed, die onderwerpen zullen hier alleszins in de loop van de komende maanden nog ter sprake komen.
U hebt ook verwezen naar de toelichting die zowel u als de eerste minister heeft gegeven bij de visietekst. U heeft aangegeven dat u daarop dieper bent kunnen ingaan tijdens de contacten met de ministers van Defensie. Wat waren hun reacties daarop? Was er tevredenheid? Zijn er NAVO-partners die daarop gereageerd hebben?
Repliek Steven Vandeput
De landen die als strategische partners worden geduid in de strategische visie, onze directe buren, hebben ons gefeliciteerd. Ten eerste, met de samengang van het geheel. Ten tweede, met onze sterke focus op de investeringen in toekomstgerichte capaciteit. Ten derde, met het financiële eindresultaat en het percentage van het bbp dat realistisch wordt beschouwd. We hadden ook kunnen opteren voor een visietekst van 2 %, maar dat hebben we niet gedaan. We hebben andere keuzes gemaakt. In die optiek wordt dat beschouwd als een realistische visie, waaraan we ons natuurlijk wel zullen moeten houden. Dat heeft de minister van Buitenlandse Zaken trouwens meermaals herhaald op grote fora. Deze keuze houdt een engagement in ten aanzien van onze partners.
Het integrale commissieverslag kan u terugvinden op http://www.dekamer.be/doc/CCRI/pdf/54/ic475.pdf