De erkenning van de Pinksterstorm 2014 tot natuurramp (2)

Door Peter Buysrogge op 19 maart 2015, over deze onderwerpen: Binnenlandse Zaken, Waasland

Op 18/03/2015 stelde ik tijdens de commissie aan minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon een vraag over de erkenning tot natuurramp van de hagelstorm tijdens het Pinksterweekend van 2014.

 

Mijnheer de voorzitter

 

Ik kan mijn collega geruststellen: niet enkel in West-Vlaanderen gebeuren rampen. Ook andere provincies worden jammer genoeg getroffen. Zo was er in diezelfde periode, rond 9 juni, pinkstermaandag, grote hagelschade in mijn eigen stad en zelfs aan mijn eigen huis, maar dat doet nu niet ter zake. Sint-Niklaas werd getroffen maar ook heel wat andere gemeenten in Vlaanderen werden zeer zwaar getroffen. Iedereen herinnert zich nog de beelden van twee dagen voordien, waarbij de voetbalwedstrijd tussen de Rode Duivels en Tunesië moest worden stilgelegd wegens een fikse hagelbui. Vele dossiers – de collega somde er een aantal op – wachten nog op hun finale afhandeling. Ik denk ook – zoals de collega zei – dat dit de laatste dossiers zijn die door de federale overheid moeten worden afgehandeld. Vanaf 1 juli wordt de deelstaat Vlaanderen hiervoor verantwoordelijk. Ik kan tot mijn vreugde vaststellen dat Vlaanderen zijn huiswerk keurig maakt, want het heeft al dossiers uit 33 gemeenten afgehandeld. Mijn concrete vragen liggen in dezelfde lijn als die van mijn collega. In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag van augustus sprak u over een totale schade door hagel van 25,2 miljoen en door regenval van 7,4 miljoen. Dat zegt nog niets over de uiteindelijke tussenkomst of het verzekerde bedrag, maar dat was het overzicht dat u toen gaf van de geleden schade. Ik zou ook graag een overzicht krijgen – dat hoeft niet mondeling maar kan ook schriftelijk bijgevoegd worden – van alle gemeenten die getroffen zijn en van de hangende dossiers. Wat is de timing omtrent de al dan niet erkenning van de hagelstorm en regenstorm als natuurramp? Wat is dan de te volgen procedure? Wat is het geschatte tijdskader tussen het indienen van de aanvraag tot vergoeding door de burgers en de eventuele uitbetaling? Volgens de vergoedingsprocedure kan een gemeente de inwoners helpen bij het opmaken van hun dossier. Zodra de erkenning er is, of de publicatie daarvan in het Staatsblad, begint de klok dus te lopen en kunnen sommige gemeenten misschien overstelpt worden met vragen van burgers en landbouwers. Dan komt het er natuurlijk op aan om goede procedures te hebben die voor iedereen duidelijk zijn, zowel voor de gemeentebesturen als voor de indieners, met name de burgers en de landbouwers. Mijnheer de minister, ik kijk uit naar uw antwoord. 

 

Antwoord van de minister

Dank u voor deze heel begrijpelijke vragen. Hoewel dit geen dossier is waar wij erg trots op mogen zijn, meen ik dat wij ver gevorderd zijn in het oplossen van deze zaak. De elf koninklijke erkenningbesluiten zijn voor akkoord voorgelegd aan de Inspectie van Financiën, en dit is verkregen. Dit is een evolutie tegenover vorige antwoorden. Ik heb nu de goedkeuring gekregen van de Inspectie van Financiën inzake de elf rampen die nog door het federale niveau geregeld moeten worden. Het merendeel van de uitgaven inzake rampen wordt te laste genomen door de Nationale Kas voor Rampenschade, die deel uitmaakt van de FOD Financiën. Het gaat dan om de schadevergoeding van de slachtoffers, de kostenvergoedingen voor de zendingen van de experts, de wedden van het contractueel personeel dat aangeworven is bij de gouverneurs, enzovoort. Ik heb aan mijn collega van Financiën voorgesteld de aanwerving van 20 contractuele personeelsleden bij de diensten van de gouverneurs goed te keuren. Zij moeten alle dossiers behandelen in een periode van twee jaar. Het gaat om een totaal budget dat wij vandaag ramen op 50 miljoen euro. De volgende procedure moet hierbij nog gevolgd worden. De zaak staat geagendeerd op de Ministerraad van 27 maart, volgende week dus. Na ondertekening van de koninklijke besluiten, waarop ik mij na de Ministerraad met bekwame spoed zal toeleggen, zullen deze worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De geteisterden zullen na de publicatie in het Belgisch Staatsblad over een termijn van drie maanden beschikken om hun dossier naar de gouverneur te sturen of om het, indien nodig, aan te vullen. Na deze termijn van drie maanden zullen wij het exacte aantal te behandelen dossiers kennen. De schatting varieert van 20 000 tot 25 000 dossiers, volgens de inlichtingen van de gouverneurs. Vele gedupeerden hebben echter reeds een dossier ingediend. Die kunnen dus al behandeld worden zonder dat wij wachten op het einde van de termijn van drie maanden. Kortom, na de publicatie in het Belgisch Staatsblad zullen wij beginnen met de dossiers die wij al hebben. De andere gedupeerden hebben dan drie maanden de tijd om hun dossier in te dienen of aan te vullen. Aan de dossiers die de gouverneurs reeds gekregen hebben, zullen wij onverwijld beginnen. Wat het federaal personeel betreft, werd de werkwijze geoptimaliseerd om de behandeling van de dossiers te bespoedigen. Wat het meer technisch aspect van de erkenningen betreft, klopt het dat enerzijds de hevige regenval en anderzijds de hagelbuien van 7, 8 en 9 juni 2014 deel uitmaken van twee verschillende erkenningbesluiten. De wet van 12 juli 1976 schrijft de erkenning van één schadelijk feit per koninklijk besluit voor. Wij hebben dus twee koninklijke besluiten voorbereid, één voor de hagel en één voor de regenval. Dezelfde wet sluit in zijn artikel 4 de vergoeding van de hagelschade aan teelt uit omdat het gaat om een risico dat verzekerd kan worden. De wet van 1976 werd steeds strikt toegepast sinds de inwerkingtreding ervan. Dit zal in dit geval ook zo zijn, ongeacht de gevolgen voor de landbouwers. De schadevergoedingen moeten niet op het aangifteformulier worden aangegeven, behalve in bijzondere gevallen voor landbouwers. Dit betreft de bevoegdheid van de minister van Financiën die er de modaliteiten van bepaalt. Dan heb ik de lijst van de getroffen gemeenten per ramp. De provincie Oost-Vlaanderen heeft de gevallen nu al bezorgd. Ik kan u, mevrouw Lahaye-Battheu, enkel van de provincie West-Vlaanderen de gemeenten, voorlezen. Ik kan ze u ook doorgeven of in het verslag laten opnemen. Het zijn inderdaad de overvloedige regenval van 10 oktober 2013, windhozen en rukwinden van 20 oktober 2013, windhozen en rukwinden van 25 januari 2014 en dan de hagel en regenval in juni 2014.

 

Repliek Peter Buysrogge

Mijnheer de minister, ik denk dat het einde van deze dossiers eindelijk in zicht is. Ik denk dat dit heel positief is. U bent niet verantwoordelijk voor de uitvoering of de stand van zaken zoals u die hier aangetroffen hebt en het feit dat u daarvoor weinig ondersteuning hebt, is niet uw persoonlijke verantwoordelijkheid. Ik denk dat u dit zo goed mogelijk opvangt. Het feit dat de gemeenten, burgers en landbouwers iets langer moeten wachten, moeten ze er maar bij nemen. Dat we op de goede weg zijn, is een heuglijk feit. Ik hoop ook dat er wordt nagekeken in hoe ver gemeentebesturen die verantwoordelijk worden geacht voor de begeleiding van landbouwers en burgers, over de nodige instrumenten kunnen beschikken om dit proces goed te kunnen begeleiden.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is